Jordanië

De grenspost van Jordanië was, laat ik het netjes zeggen, niet prettig. Ik denk dat ik de omstandigheden niet mee had. Net toen ik arriveerde kwam er een hele troep met Saoedische motor rijders de grens over. Wel 100 Harley-Davidsons. Die waren op een trip van Jiddah naar Aqaba. Een gemengd gezelschap van Saoudiërs en expats. De douaniers vonden deze motoren reuze interessant waardoor ik, laat maar zeggen, even vergeten werd.

De hele procedure was langdradig en omslachtig. Eerst naar het venster voor de immigratie. Tot nu toe nog niets aan de hand,  er werd een iris scan gemaakt (weer eens wat anders dan als maar die vinger afdrukken) waarna ik al snel mijn stempel had. Daarna de auto. Liep met mijn carnet-de-passage naar het juiste raampje, daar stonden 15 man in de rij. Duurde dus 20 minuten voor ik aan de beurt was, waarna de man achter het loket me duidelijk maakte dat ik toch echt eerst de auto moest laten inspecteren voor hij wat voor me kon doen.

Er was maar één mijnheer die auto’s inspecteerde, maar die vond de motoren veel leuker. Het duurde dan ook een half uur voor hij besloot ook mij maar eens te gaan helpen. De Jordaniërs zijn allemaal heel vriendelijk en aardig, dat moet ik zeggen. Ook deze mijnheer. Jammer dat hij steeds zo snel werd afgeleid door de Harley’s, en hij een klepper was van het eerste uur. Maar na een half uur had ik zijn goedkeuring briefje.  Met dit briefje weer in de rij met mijn carnet. Dit keer 15 minuten. Bij dezelfde man aangekomen maakte hij me duidelijk dat ik toch echt eerst een verzekering moest kopen voor hij wat voor me kon doen. Met een zucht liep ik naar het verzekeringen kantoor, een stuk verder op. Weer in de rij staan (elke keer die Harley mensen voor me) en na 10 minuten was ik aan de beurt. De man sprak geen Engels dus ik gaf hem mijn carnet. Hij maakte duidelijk dat hij toch echt mijn auto eerst wilde zien voor hij me kon vertellen welke verzekering ik nodig had. Pffffff. Auto gehaald, voor de deur gezet en weer achter aansluiten in de rij. Weer 10 minuten later kwam de verlossing, ik moest maar liefst 66 Dinar betalen voor de verzekering, voor één week. Jezus wat een geld, dat is 60 Euro voor een week. Zonder kom je het land niet in. Ik kon alleen in Dinar betalen dus op zoek naar een wissel kantoortje. Daar kon ik mijn over gebleven Rial inruilen, kreeg er 100 Dinar voor. En hoppa, weer terug naar de verzekering man, uiteraard weer achteraan sluiten.  Na wederom 10 minuten stond ik eindelijk buiten met het verlossende papiertje. Terug naar het loket voor de auto papieren. Die rij was weer lang. 20 minuten later gaf ik de man mijn carnet, mijn verzekering en mijn douane inspectie papier. Hij keek, snapte er niks van en gaf het aan de man in het loket er naast. Ik werd er nu een beetje ziek van, stond al 2 uur in de diverse rijen. Liet mijn ongenoegen merken. ‘Welcome to Jordan’ riep ik, zodat iedereen het kon horen. Dat raakte blijkbaar de juiste snaar want de andere loket mijnheer pakte mijn papieren en ging die bestuderen. Wat is het voor een auto dan?  vroeg hij. Een camper, een huis met wielen. Hij snapte er niks van en gebood me mijn auto aan te wijzen. Wij naar buiten en hij keek alsof ik een UFO had in plaats van een camper.  Hij liep terug naar binnen en ging lopen bellen. Het was duidelijk dat hij met een probleem zat, maar ik had geen idee wat het probleem is.  Na 15 minuten was hij er nog niet uit. Wat is nu het probleem? vroeg ik, Ja, ik weet niet hoe ik je auto moet classificeren. Als een truck of als een personen auto. Maakt mijn toch niet uit, vul gewoon wat in. Nee, want de prijs die je moet betalen is aanzienlijk verschillend dus ik wil het goed doen melde hij me. Slik. Had al veel voor die verzekering betaald, hoopte niet dat dit ook nog eens een rip uit me lijf zou kosten. De man bleef maar bellen, naar zijn computer scherm staren en ander om hulp vragen, maar blijkbaar wist niemand de oplossing. Nogmaals , iedereen was vriendelijk. Na uiteindelijk een uur gewacht te hebben was het weer eens bid tijd. Al het personeel verdween, om iets verderop gezamenlijk op een mat richting Mekka te gaan liggen. Ik begon ondertussen pijn aan me poten te krijgen van het staan en wachten. Toen de man na 10 minuten terug kwam, legde hij mijn papieren aan de kant, tekende een groot boek en verdween. Wat is dit nu weer? Ik werd er een beetje ziek van. Het bleek de wisseling van de wacht te zijn.

Op zijn plaats kwam een ander te zitten. Die moest uiteraard eerst met collega’s grappen en de roddels van de dag doornemen. Na 10 minuten nam hij mijn papieren in de hand, keek, legde ze op zij en ging de ondertussen lange rij met wachtende mensen helpen. Op mijn vraag : en ik dan? Gebaarde hij : 1 minuutje wachten. Dat een minuutje werd een uur. Ik was ondertussen al thee gaan zetten in de auto, even buiten gaan zitten en had in de tax-free shop rond gekeken. Steeds kwam ik terug en vroeg weer hoe het was. Steeds gebaarde hij ; 1 minuutje. Op een geven moment, ik was nu al 3 uur bezig, zeg ik tegen de man: ik ga in mijn auto zitten, als je tijd voor me hebt kom je me maar halen. Oops, dat vond hij niet leuk. Hollandi !!! riep hij tegen me, maar ik draaide me om en liep weg. Ik had het even gehad. De man had ondertussen 50 andere geholpen, ik was toch niet minder dan een ander? Liep weg, nageroepen door de man, maar ik deed of ik hem niet hoorde. Ging wel op het douane terrein slapen, ik was kapot na 3 dagen rijden.

De man sprong blijkbaar uit zijn loket en kwam me achterna. Hij voelde zich duidelijk schuldig, precies wat ik hebben moest. Hij nam me bij me arm, praatte honderduit in Arabisch. Uit zijn toon begreep ik dat hij zich verontschuldigde en ik werd vooraan de nog steeds lange rijd gezet, hij ging het regelen. Werd tijd. Maar ook hij kwam er niet uit en ging lang zitten bellen. Het duurde en duurde en uiteindelijk, na wederom 20 minuten, kwam het verlossende antwoord, ik moest 20 Dinar betalen. Geen idee waarom, maar ik legde onmiddellijk een 20 biljet op de balie, hij stempelde wat, keek nog eens zorgelijk, ging weer bellen en uiteindelijk kreeg ik de papieren. Had al in al meer dan 4 uur geduurd. Het was bijna donker. Liep terug naar de auto en wilde net weg rijden toen de man uit zijn loket kwam hollen. ; Problem..’ zegt ie. Neeeeee, kan toch niet. Wat dan? Vroeg ik. Blabla in het Arabisch, hij wilde in de auto kijken. Ok, liet hem de boel zien en hij begon weer in het Arabisch te praten. ‘OK OK, no problem’ kwam er plots uit, ik kon eindelijk weg. Nogmaals, alle Jordaniërs waren sympathiek en aardig, geen kwaad woord over hun persoonlijkheden. Maar het kan allemaal toch wel eens wat efficiënter.

 

Route door Jordanië

 

Ik reed Jordanië binnen langs de zee van Aqaba. Super blauwe mooie zee met aan de overkant Israël.  Gevoelig gebied dus. Plots zag ik, over het water, een groep van 8 straaljagers in een strakke formatie vlak over het water scheuren, wow wat een gezicht.  Dacht eerst dat het gevecht vliegtuigen waren, maar het bleken stunt vliegers te zijn. Plots kwam er gekleurde rook uit alle vliegtuigen en ze vormden allerlei figuren in de lucht. Zette mijn auto aan de kant om te kijken, wat een machtig schouwspel. Men vormde een enorm hart in de lucht. ‘I love you’ leken ze te melden. Ik had geen idee of het Jordanese of Israëlische vliegtuigen waren maar boeiend was het zeker.

Ik wist dat er 5 minuten over de grens een camping was. Bedouin Moon Village was een backpackers hotel met op een verhoging een zandplaats waar je kon parkeren met uitzicht op de golf van Aqaba. Het zal vol met jong grut. At er die avond een stukje kip met salade, rookte een waterpijp (vond er niks aan) en dronk sinds een paar weken weer een heerlijk biertje. Ontmoete een Nederlands stel op weg naar Zuid Afrika. Die waren door Syrië gekomen anderhalve week geleden maar ze raden me af het land in te gaan. De spanning was er om te snijden en het was niet prettig. Ze hadden ook nog eens auto pech gehad, en ze vermoede dat ik, als ik me bij de Syrische grens zou melden zonder visum, ik er niet in zou komen.  Ze hadden diverse mensen getroffen die vanuit het noorden naar het zuiden wilde rijden en bij de grens waren weg gestuurd. Beetje teleurgesteld keerde ik terug naar mijn auto voor de nacht, ik was weer eens uitgeteld. Sliep vroeg , diep en lang.

Besloot de volgende dag door te gaan. Als ik inderdaad niet door Syrië kom heb je kans dat ik alle visum tijd nodig heb om andere opties te regelen. Er is veel te zien in Jordanië en , wat ik toe nu toe heb meegemaakt (buiten de lange grens formaliteiten dan) is het een prettig land. Bracht eerst een bezoek aan de stad Aqaba. Duidelijk een toeristische stad in het laag seizoen.  Liep wat rond, de sfeer was gezellig en gemoedelijk. Veel terrasjes en eet tentjes, er zaten veel mensen op straat aan de koffie. Opvallend veel schoenen en kleding zaken. Het jogging pak is hier blijkbaar erg in de mode. Ook veel noten en zaden zaken. Heerlijke gebrande pinda’s en cashew, pistaches, het water liep me in de mond.  Maar er was ook veel dicht. Zou het zondag zijn vandaag? Ik had echt geen idee. Vroeg het een agent en die melde dat het donderdag was. Zijn Engels was blijkbaar onderontwikkeld want later zag ik op de computer dat het vrijdag was. Ja, kan ook natuurlijk. En de tijd was blijkbaar ook een uur opgeschoven dus ik was eigenlijk te vroeg in de stad.

Kocht wat vers brood bij een bakkerij. Die hadden een enorme broodmachine staan waar van een lopende band broodjes als waterdruppels naar beneden vielen. Klanten stonden om de beurt de broden op te vangen, sommige gingen met 20 of 30 van die platte schotels de winkel uit. Kocht wat zoetigheden en wat gevuld brood waarna ik naar de Safeway supermarkt reed. Ze hadden kaas en vlees en allerlei verleidelijk lekkere dingen,  ik bezondigde me een beetje.

Reed daarna richting Wadi Rum. Dat is een gebied met diepe kloven afgewisseld door zand bergen en heel imposant. Lawrence of Arabië is hier opgenomen en het was duidelijk waarom.

Zie je daar die stip…

 

Moest de niet misselijke som van 25 Dinar (dus 25 Euro) betalen om er in te mogen. Liet mijn banden bijna leeg lopen om mezelf niet vast te rijden in het zand en karde de hele middag door dit wonderschone, heel aparte landschap. Parkeerde voor de nacht midden in de woestijn, at bloemkool met gehakt en en beleefde een stille maar koude( 5 C)  nacht.

Wadi Rum was echt mooi

Omdat ik maar een week verzekering had besloot ik de volgende morgen door te rijden. Luisterde naar het nieuws en hoorde weer allerlei enge dingen over Syrië. Geen prettig gevoel. Petra was mijn doel. Jordanië is niet zo’n groot land, Petra was maar 120 km verderop. Ik denk dat iedereen wel eens beelden van Petra gezien heeft. De diepe lange kloof waar je door moet om er te komen is erg bekend, onder andere van de Indiana Jones film. Deze smalle kloof is 2 km lang, op sommige plekken maar een paar meter breed. Aan het eind er van opent de kloof zich plots en dramatisch. Daar vind je Petra, een ongekende verzameling uit de rotsen gehouwen tempels en  graftombes stammend uit de tijd van voor onze jaartelling.

De weg naar Petra was goed. De zogenaamde Kings Highway kronkelde zich door de droge bruine bergen en steeg naar 1600 meter. Het werd erg fris. Maar, prachtige vergezichten over dit ruwe, droge en desolate landschap.  Op zoek naar wat muziek op de radio schalmde van een aantal radio stations het lelijke harde Hebreeuws uit de luidspreker.  Israël is nog steeds dicht bij.

Petra ligt in het plaatsje Wadi Musa en dat plaatsje ligt tegen een berghelling aan geplakt. Nauwe straatjes en haarspeldbochten leidden me naar een van de zeven wonderen der wereld. Duidelijk was dat Petra per jaar door een half miljoen bezoekers wordt bezocht. Het aantal moderne Hotels en tourbussen was enorm. Parkeerde mijn auto op de parking, mocht er blijven slapen voor 5 Dinar per nacht. Niet mis, maar wel makkelijk. De entree was ook niet misselijk. Kon 50 Dinar (dus Euro) neertellen voor een dag, of 55 voor twee dagen. Omdat het al 1 uur middag was besloot ik twee dagen ticket te kopen en liep, na mijn gids bestudeerd te hebben Petra in. Je komt ogen tekort in Petra, want in elke rotswand is wel een tempel of graf gehouwen. De kloof waar je door heen moet lopen, om in het eigenlijk Petra te komen is spectaculair. Rotswanden die wel 200 meter boven je uit tornen, de kloof zelf soms zo smal dat je claustrofobische gevoelens moet onderdrukken.

 

De kloof van Petra

 

Er waren veel toeristen, heel veel, maar Petra is groot en als je eenmaal de wat drukke kloof uit bent en de boel zich wat opent, valt het niet zo op. Zag er veel Duitsers, wat Russen (lelijke witte benen die uit de hot pants steken, en dat in een Moslim land) en hele groepen Fransen.  Liep een paar uur rond in dit schitterende landschap, me bewust dat deze pracht en praal ver voor de geboorte van Jezus al bestond. Moe liep ik de lange kilometers weer terug naar de auto, nu omhoog en sliep op de parkeerplaats waar het, toen de tourbussen eenmaal weg waren, rustig was.

Aan het eind van de kloof de verassing

 

De volgende dag deed ik het nog eens dunnetjes over. Begon de loop al om half 8 in de morgen om zo hordes met toeristen te ontlopen. Liep door de kloof en in plaats van naar beneden te lopen, liep ik omhoog naar de offer plaats, boven op een berg. Dat koste een uurtje klim werk maar was erg mooi. Boven wederom een schitterend uitzicht. En het prettige was dat er weinig toeristen waren.  Boven op de berg werden vroeger offers gebracht, gelukkig nu niet meer. Volgde het pad naar benee aan de andere kant van de berg en kwam om elke hoek wel weer een schitterend vergezicht tegen of een paar andere mooie tempels. Het is onvoorstelbaar hoe veel er hier in de rotsen is gehakt. Het lijkt alsof ze 2000 jaar geleden niets anders te doen hadden. De ene rots woning na de andere uitgehakte tempels, sommige in zo mooi gekleurde steen dat je er minuten naar kon staren.  Dacht ik alles gezien te hebben, kwam ik de hoek om, weer een berg tempels uit rotsen gehakt. Wat moet dat een werk zijn, sommige waren echt groot van binnen. Om 12 uur liep ik weer terug naar de auto, ik had er een kilometer of 12 opzitten, was tempel moe.

Om elke hoek wel weer een partij mooie dingen uit en in de rotsen gehakt.

At een lunch en zette koers naar het noorden. Maar niet voor ik in het dorp even mijn mail controleerde en daar een erg vervelend bericht trof van de ADAC, de Duitse ANWB, die de carnet-de-passage uit geeft. Zonder dit papier kom je de grens niet over en voor Egypte heb je een speciale nodig. Omdat ik vermoede dat ik niet door Syrië heen zou kunnen richting Turkije, was er maar een andere optie, door Egypte, Libië en dan Tunesië. Vanuit Tunis is er een wekelijkse boot verbinding naar Italië. In de mail die ik ontving, stond dat men geen Carnets meer voor Libië uitgeeft. Dat zou betekenen dat die weg ook is afgesloten, en dat betekend dat ik dus vast zit hier. Kan niet terug, en niet heen. Wat nu?. Met een rot gevoel reed ik verder richting Damascus. Onder het rijden bedacht ik mijn opties. Ik ging toch echt eerst naar de Syrische grens om daar toch te proberen door te komen. Er zijn dan wel onlusten (hevige) maar die zijn niet tegen toeristen. Andere optie zou via noord Iraq naar Turkije, maar dat is lood om oud ijzer lijkt me. Dan zou er maar een zeer onaantrekkelijke optie over zijn, verschepen van Israël naar Italië. Dat is héél omslachtig en héél erg duur.

Om half 5 begon het al te schemeren. Was ik niet meer gewend, en zeker niet zo vroeg. In Afrika wordt het om 6 uur donker. Zou gauw de zon onder is, is het 5 minuten later donker. Van schermer hebben ze nog nooit gehoord.  Sliep midden in het kale landschap 100 kilometer onder Aman. Het was wederom koud en ik hoopte dat de volgende dag mijn auto zou starten. Had vandaag gemerkt dat in de ochtend, in de kou, de compressor bleef hangen en dat ook de voorgloei stiften bleven branden. Twee problemen die fataal kunnen zijn. Luisterde naar BBC nieuws op mijn wereld radio en hoorde dat de Arabische Liga had aangekondigd sancties tegen Syrië in te gaan voeren. Shit, de spanningen lopen op.

Kale bruine zanderige rotsbergen

Wanneer je bang bent voor iets, gebeurt het niet, dus de volgende ochtend starte alles gewoon als vanouds, ondanks dat het -6 graden was. Sloeg links af, wilde toch even langs de dode zee. Ik had op een hoogte van 750 meter geslapen en de weg donderde vlak voor de rode zee naar -250 meter, heel apart. Wist niet dat het hier zo laag was. Ondanks dat, bleef het fris en een duik in de rode zee, wat wel op mijn verlanglijstje stond, liet ik maar even voorbij gaan. De dode zee is heel erg zout en zwemmen is dan een speciale gebeurtenis omdat je blijft drijven, wat je ook doet. Heb ooit in Chili in heel zout water gezwommen (men claimde daar, zouter dan de dode zee) , dat is iets moet je en keer mee maken.  Reed dus maar vrolijk langs de dode zee met zijn witte, opgedroogde korsten zout aan de randen. Dat het gevoelig gebied is merkte ik aan de vele militaire posten. Aan de overkant van de dode zee, duidelijk zichtbaar, ligt Israël, en dat is hier geen populair land. Bij elke militaire post wappert vier een enorme Jordaanse vlag, die ze aan de overkant zeker kunnen zien.  Plaatsen als Bethlehem en Jerusalem liggen maar 35 km hier vandaan.

Aan het eind van de rode zee keerde ik rechts naar Amman, de hoofdstad van Jordanië. De weg klom weer omhoog en vlak voor Amman sloeg ik links af en scheerde zo half door en half langs de stad. Kwam plots een hele grote Carrefour supermarkt tegen. Zo een grote supermarkt had ik al maanden niet gezien (sinds Nairobi eigenlijk) en ik stopte om wat inkopen doen. Ik was immers vlak bij de grens met Syrië, en je weer maar nooit, als ik er in mag betekend dat een paar dagen flink rijden. Niet dat ik verwacht dat het lukt, maar toch. Je moet hoop blijven houden niet waar.

Toen ik het parkeerterrein van de Carrefour opdraaide stonden daar twee grote Duitse overlander trucks, net zoiets als ik heb. Goh, leuk. Er zat alleen niemand in, dus die waren aan het shoppen. Ik liep ook maar de supermarkt in, in de hoop de Duitsers tegen te komen maar de winkel was zo enorm dat ik ze niet vond. Deed mijn shopping, keerde terug, en de Duitsers waren weg, zonder ook zelfs maar een briefje of zo achter te laten. Jammer.

Ik dacht, zo herkennen ze me niet. Do as the locals do.

Karde door naar de grens met Syrië. Hoe dichter ik bij de grens kwam, hoe meer spanning ik voelde bij mezelf. Bij Al Ramtha aangekomen stapte ik naar de grens wacht toe.  Al snel kwam de overste (te zien aan de sterren op zijn schouder) naar me toe. Hij sprak goed Engels en moest me teleurstellen. De grens was dicht voor buitenlandse auto’s. Ik mocht niet verder. Maaaarrrr zegt ie, probeer het eens bij de grens 20 km verderop, misschien maak je daar kans. Wees voorzichtig, voegde hij er aan toe. Gisteren heeft de Syrische politie blijkbaar weer een hele stoot mensen neergeschoten, hier vlak voor onze grenspost. Oeps. Beetje teleurgesteld verliet ik de grenspost, maar goed, ik had het natuurlijk al wel verwacht.  Het was ondertussen al 4 uur in de middag, het begon te schemeren, maar ik reed toch eigenwijs door naar de andere grenspost. Die was veel groter, lag ook aan de snelweg naar Damascus.

Reed de grenspost aan de Jordaanse kant op. Bij de ingang stond een hek met een wachtpost. De man was onvriendelijk. Wilde mijn paspoort en papieren zien. Nou ja, dat kan. Toen wilde hij in de auto kijken. Ok , kan ook, alhoewel  hij maar hek-bewaker was. Binnen in de auto begon hij vervelend te doen. Hij zag een reep chocolade die ik net bij de Carrefour gekocht had liggen. Oh lekker, die wil ik. NEE ! zei ik resoluut, die is van mij. Hij keek me aan en zegt: dan heb je problemen. Ik kop hem even hard terug. Nee, ik heb geen problemen, jij hebt problemen. Ik weet niet of hij het verstond maar hij draaide zich om en ging in mijn ijskast kijken. Daar lag nog een Bounty. Die is voor mij begon hij weer. Ik vond die gast irritant en sloeg de ijskast deur dicht, bijna zijn vingers er tussen. ‘Ben je mijn vriend niet?’ vroeg hij. Nee , zei ik bot, want zo ga je niet met je vrienden om. Je komt controleren, niet voor jezelf halen. Zijn Engels was echter van dien aard dat hij er niks van begreep, of hij wilde het niet begrijpen. Boos stapte hij naar buiten. Shit dacht ik, lastige grens, dit is nog maar het hek.

De volgende kwam aanzetten. Ik was nog steeds niet binnen de grenspost. Je trip-ticket! gebood hij. Dat was het papier dat je bij binnenkomst land krijgt, en je bij verlaten weer af moet geven.  Hij wilde het papier stempelen of afnemen, maar ik wilde het niet uit handen geven. Probeerde de man uit te leggen dat ik alleen maar het grens terrein op wilde om te kijken of ik een visum voor Syrië kon krijgen. Als dat niet het geval was,  zou ik linea recta terug keren en had ik dit papier weer nodig. De man snapte het niet en wilde het niet snappen en wilde per sè het formulier hebben. Na een kwartier soebatten gaf ik het op. Laat ik maar gokken dat het gaat lukken, dacht ik. Zo niet kan ik alles weer opnieuw aanvragen.

Nadat de Jordaanse held een stempel op mijn papier zette mocht ik het douane terrein op. Daar bleek zich een super moderne grenspost te bevinden. Liep als eerste naar de immigratie. Ik probeerde uit te leggen dat ik niet zeker wist of ik wel Syrië in zou komen, of hij misschien informatie had of iets wist of gehoord had. Het enige antwoord wat ik kreeg was : Paspoort!!. Ik gaf het de man en hij zette prompt een exit stempel op mijn Jordaanse visa. Aju en goodbeye. Nu MOEST ik het land wel uit, of ik wilde of niet.  Na de papieren van de auto te hebben geregeld, 5 euro te hebben betaald als uitgang kosten, reed ik naar de Syrische kant, met een hoog adrenaline niveau. Bij de laatste controle aan Jordaanse kant bleek ik iets niet te hebben en moest ik onverhoopt weer de twee kilometer terug naar de grenspost. Daar mocht ik nog eens 8 euro voor mezelf betalen als uitreis cadeau. Zakkenvullers.  Weet terug en nu mocht ik Jordanië uit, om de 3 km niemandsland te overbruggen.

Snap nu ook dat het onmogelijk was om even de grens over te wippen om te vragen aan de Syrische kant of het wel mocht. De grensposten van beide landen liggen te ver van elkaar, nog buiten alle veiligheid stempels, controles en papiertjes die je moet hebben voor elke stap.

Hoe dan ook, ik was Jordanië uit, eigenlijk veel te snel. Jordanië is best een aardig land. Mensen zijn over het algemeen sympathiek en relaxed. Diesel is goed betaalbaar (met 50 eurocent per liter), wegen zijn goed. Er zijn boeiende dingen te zien.  Alleen is de winter duidelijk niet de goede tijd om hier te zijn, het is te koud. Ik zou best nog eens naar Jordanië terug willen in een ander jaargetij. Maar, misschien ben ik binnen een uur wel terug, als ik Syrië niet in kom….

Laatste update op december 6, 2021